300 gram risottorijst – 1 glas witte wijn – 1 liter bouillon – 2 sjalotjes – 2 tenen knoflook – 300 gram cantharellen – peterselie – 300 gram verse doperwten – een handje sugar snaps – olijfolie – parmezaan
Warm de olijfolie in een pan met dikke bodem en roer daar de risotto doorheen tot de korrels glanzen. Giet dan het glas wijn in de pan en laat het vocht verdampen. Giet dan al roerend telkens een scheutje bouillon bij de rijst en laat het vocht erst helemaal verdampen voordat je er weer bouillon bij schenkt. Doe dit tot alle bouillon is opgenomen door de risotto. Snipper intussen de sjalot, bak zachtjes in wat olie, pers de knoflooktenen uit de knijper en voeg dan de cantharellen toe en ven later de fijngesneden peterselie. Laat 20 minuten bakken totdat al het vocht is verdwenen, en bak ze op het laatst nog even knapperig. Blancheer de doperwten en sugar snaps en voeg die toe aan de risotto wanneer al het vocht is opgenomen. Breng op smaal met peper en zout. Serveer de risotto op een diep bord en schep de cantharellen erop. Garneer met wat parmezaanse kaas.