Appel-kweeperentaart

appeltjes2 kweeperen – 3 grote appels – 2 citroenen – 225 gram bruine basterdsuiker – 180 gram boter – 2 eieren – 85 gram zelfrijzend bakmeel – 1/2 theelepel bakpoeder – 100 gram geblancheerde amandelen, grof gehakt – 50 gram amandelschaafsel

Verwarm de oven voor tot 180 graden. Bekleed een springvorm van 26 cm diameter met vetvrij papier. Schil de kweeperen en appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze grof. Leg ze in een overschaal, Rasp de schil van 1 citroen en pers het sap uit. Giet sap en rasp over de vruchten. Doe 50 gram van de basterdsuiker erover en dek de schaal af met aluminiumfolie. Zet hem 20 minuten in de oven tot het fruit zacht is. Laat iets afkoelen. Meng 150 gram boter en 150 gram basterdsuiker. Voeg een voor een de eieren toe. Roer het bakmeel, het bakpoeder en de eghakte amandelen erdoor. Schep de lauwwarme vruchten er voorzichtig door. Verdeel het mengsel over de springvorm en zet de taart 30 minuten in de oven. Rasp de schil van de andere citroen en pers het sap uit. Smelt de resterende 30 gram boter en 25 gram suiker in een pan, roer de rasp en het sap erdoor en daarna het amandelschaafsel. Bestrijk de taart met dit mengsel en bak nog 10-15 minuten. Laat hem in de springvorm afkoelen.