Eind oktober, op een regenachtige zaterdag, kwamen alle buren met kruiwagens vol appels bij elkaar bij de buurman die in het gezit is van een druivenpers. Na een kop koffie gingen we de appels wassen, ze in vieren snijden, deze appelpartjes tot grove moes kneuzen en de pers in gereedheid brengen. Na twee uur voorbereidingen konden we beginnen met het persen, sterke mannen voorop, maar al snel deden de kinderen enthousiast mee. Na een uurtje persen hadden we al meer dan honderd liter. Eerst allemaal proeven. Wat een verschil met appelsap, zelfs die uit de biologische winkel! Je proeft de pure vruchten. De emmers appelsap goten we over in tientallen plastic waterflessen die we allemaal hadden opgespaard. Ook vulden we een paar bonbons (hele grote stopflessen) met appelsap, alcohol en suiker voor een lokaal drankje, ratafia. Dat moet een heel jaar op zolder staan voordat je het kunt filteren en drinken. Tot slot was er een gezamenlijke maaltijd, waarvoor iedereen wat gerechten had meegebracht. Uiteraard bestond het dessert uit een appel-kweeperentaart (zie bij recepten).