2 rauwe bieten (200 gr) – 1 chioggiabiet – 200 gram tofu – 1 ei – dille – grove paneermeel – olijfolie – 1 granaatappel – 15 ml room – 1 eetlepel mierikswortel – rasp van een 1/2 limoen
Verwarm de oven voor op 150 graden. Rasp de bietjes en prak de tofu fijn. Meng met je handen de biet en tofu met een ei, 1-2 eetlepels paneermeel en 2 eetlepels dille. Breng op smaak met peper en zout. Maak je handen nat en vorm kleine balletjes. Leg ze een half uurtje in de koelkast. Maak intussen de mierikswortelsaus. Roer de room los met de dille, de limoenrasp en de mierikswortel. Maak de pitjes van de granaatappel los.
Schaaf met een mandoline de chioggiabiet in dunne plakjes. Leg ze op een bakplaat en zet ze 10-15 minuten in de oven. Ze moeten langzaam drogen en worden daarna pas krokant. Dit kan – afhankelijk van de dikte van de plakjes – wel 20-25 minuten duren.Na het bakken blijven ze ongeveer een uur korkant.
Schenk olijfolie in een koekenpan en bak de bietenballetjes aan tot ze goudbruin zijn. Temper het vuur en laat ze nog 10 minuten zachtjes garen. Leg per persoon 2-3 balletjes op een bord, schep er de mierikwortelsaus naast, garneer met dille, de granaatappelpitjes en de bietenchips.