Nieuwe kas
Sinds vorig jaar is onze moestuin uitgebreid met een fantastische kas. Het frame en glas hebben we op maat laten maken in Nederland (www.hobbykas.nl), de rode bakstenen van de opbouw en de paadjes hebben we gevonden op Le Bon Coin, de franse variant van Marktplaats. De kas heeft zelfopenende ramen in het dak, een geweldige uitvinding op basis van was, die uitzet en weer inkrimpt afhankelijk van de tenmperatuur in de kas. Achterin de kas is een werktafel op maat geplaatst en aan de buitenkant is een reservoir aangebracht om regenwater op te vangen.
Toen eind april de bouw klaar was moest de grond in de kas worden afgegraven want er zat teveel cement in. We hebben het vervangen door een mengsel van compost, verteerde ezelmest en turf. Daarna konden de tomatenplanten worden gepoot, evenals de komkommers, paprika’s en aubergines. Paprika’s in de kas vond ik niet zo’n succes, de jaren ervoor deden ze het in de volle grond beter. Maar ja, dan moet je ook een warme en vooral wat droge zomer hebben. En komkommers en tomaten staan liever niet on elkaars buurt.
Deze winter kon ik al vroeg profiteren van de kas. Vanaf maart hadden we elke week een maaltje verse spinazie en een krop sla. En nu begint een nieuw tomatenseizoen. Ditmaal heb ik allemaal bijzondere rassen, Black Mauri, Valencia, Striped Cavern, Opalka, Boyarski, Black Plum, Brandy Wine Purple en nog veel meer. Het enige wat we nu nog nodig hebben is wat zon, want het is een koud en nat voorjaar.
Appels persen
Eind oktober, op een regenachtige zaterdag, kwamen alle buren met kruiwagens vol appels bij elkaar bij de buurman die in het gezit is van een druivenpers. Na een kop koffie gingen we de appels wassen, ze in vieren snijden, deze appelpartjes tot grove moes kneuzen en de pers in gereedheid brengen. Na twee uur voorbereidingen konden we beginnen met het persen, sterke mannen voorop, maar al snel deden de kinderen enthousiast mee. Na een uurtje persen hadden we al meer dan honderd liter. Eerst allemaal proeven. Wat een verschil met appelsap, zelfs die uit de biologische winkel! Je proeft de pure vruchten. De emmers appelsap goten we over in tientallen plastic waterflessen die we allemaal hadden opgespaard. Ook vulden we een paar bonbons (hele grote stopflessen) met appelsap, alcohol en suiker voor een lokaal drankje, ratafia. Dat moet een heel jaar op zolder staan voordat je het kunt filteren en drinken. Tot slot was er een gezamenlijke maaltijd, waarvoor iedereen wat gerechten had meegebracht. Uiteraard bestond het dessert uit een appel-kweeperentaart (zie bij recepten).
De tuin van Marie
Op twee uur rijden van Parijs, vlakbij de wijnvelden van Sancerre en het pottenbakkersdorp La Borne, ligt een romantische landschapstuin van ruim twee hectare. Rondom het huis van Marie en haar echtgenoot hebben ze een rozentuin aangelegd met bijna vijfhonderd soorten rozen, een grassentuin, een witte tuin, een moestuin, een vijver met allerlei oeverplanten, een terras met potplanten, een Viburnumtuin. Overal zijn doorkijkjes naar het omringende landschap en overal zijn bankjes en stoelen om even te genieten van de natuur.
Naast een rondleiding (al dan niet begeleid) is het mogelijk om hier een stage te volgen van twee dagen, waarin je samen met de tuinvrouw werkt, advies en tips krijgt en van maaltijden geniet uit de biologische moetuin. Deze stages zijn vooral bedoeld voor mensen die zelf een tuin willen aanleggen.
Wie niet in de tuin wil werken, maar wel langer wil verblijven, zijn er drie gastenkamers. De tuin van Marie is van begin mei tot eind september elke middag geopend.
Jodi’s brocante
Onlangs waren we in Menetou-Salon, een wijnstadje in de Loirestreek, om wijnen te proeven (en kopen) en lekker te eten. Aan het dorpsplein lag een brocante, waar we na de lunch even naar binnen gingen. Het bleek een enorm terrein, met verschillende schuren vol met brocantespullen, van zinken gieters tot kanten kleedjes, van tuinmeubilair tot kopjes en vazen. Kippen scharrelden opgewekt over het binnenterrein, overal stonden tomatenplanten in oude teilen en er was een kas gemaakt van sloophout. Achterin lag een kleine moestuin, goed onderhouden, de tuinslangen keurig opgerold.
Teveel werk
Op zoek naar een verkoper troffen we Jodi, een tengere vrouw van rond de zestig. Ondanks haar stramme lijf bleek haar geest jong en nonconformistisch. Een oude hippie. Toen ze ontdekte dat we weliswaar Nederlands zijn maar vloeiend Frans spreken, nodigde ze ons uit voor een glas rode wijn. Zelf had ze een paar jaar in Nederland gewoond, een van haar ouders was Nederlands. De brocantespullen had ze haar leven lang bijeen gespaard, op dit terrein woonde ze acht jaar. “Dit terrein heeft me de kop gekost”, zei ze. Teveel werk, teveel gedoe met haar business partner, die achter op het terein woonde. Ze wilde weten of we een stel waren (“Ach, ik heb nooit de damesliefde mogen kennen!”), hoe oud we waren, waar we woonden en wat we kwamen doen in Menetou-Salon.
Wijngaardperziken
Toen ze hoorde dat het die dag mijn verjaardag was, stond ze op om een cadeau te halen. Ik kreeg een fles ‘vin de feuilles de peche de vigne‘ (wijn van blad van de wijngaardperzik). Van de grote boom midden op haar terrein. “Als je over twee weken terug komt, kun je zelf de vruchten plukken.” We wilden weten wat ze voor de blauwe cafestoelen vroeg. “O nee, die verkoop ik niet, ik moet toch ergens zitten?” Ook de handige oogstmanden op pootjes stonden wel mooi uitgestald, maar waren toch echt voor eigen gebruik. Ze gaf ons haar telefoonnummer en we moesten het onze opschrijven. “Ik heb niet alleen maar vijanden, maar ik wil wel eens een praatje maken. En laat me weten hoe de wijn smaakt.”