Kruidige bloemkool uit de oven
1 bloemkool – olijfolie – 1 teentje knoflook – 1 volle theelepel ras-al-hanout of andere kruidenmix
Verwarm de oven voor op 180 graden. Verwijder het blad van de bloemkool en snijd de bloemkool in grove plakken. Leg deze plakken op een met bakpapier bekleed rooster van de oven. Doe de olie in een kommetje, knijp hierin het teentje knoflook uit en een volle theelepel kruidenmix. Dat kan ras-al-hanout zijn, of za’atar of een andere pittige mix. Roer goed door. Breng de gekruide olie met een kwastje aan op de bloemkoolplakken. Zet het rooster ongeveer 20-25 minuten in de oven. Serveer bij dit gerecht gebakken zoete aardappelplakjes.
Taartje met voorjaarsgroenten
Vier vellen bladerdeeg – 200 gram zachte geitenkaas -150 gram peultjes – 180 gram sugar snaps – 200 gram doperwten – 15 gram peterselie (alleen blad, niet de stelen) – handvol muntbaadjes – 1 eetlepel geraspte limoenschil – 2 eetlepels limoensap – 1 eetlepel mosterd – olijfolie – parmezaanse kaas
Pureer in de keukenmachine de peterselie, muntblaadjes, limoenrasp en limoensap, mosterd en 50 ml olie. Zet apart. Haal de bakplaat uit de oven en verwarm de oven op 200 graden. Steek 4 rondjes uit de vellen bladerdeeg (doornsee ongeveer 10-12 cm). Smeer ze in met geitenkaas en bak ze 15 minuten in de oven. Blancheer de peultjes, sugar snaps en doperwten gedurende 1-2 minuten tot ze beetgaar zijn. (in de zomer kun je deze groenten vervangen door sperziebonen, snijbonen en doperwten). Giet ze af en schep de helft van de peterseliesaus erdoor. Leg op elk bord een taartje, verdeel de groenten erover en schaaf er wat parmezaan over. Serveer de rest van de peterseliesaus erbij.
Risotto met doperwten en cantharellen
300 gram risottorijst – 1 glas witte wijn – 1 liter bouillon – 2 sjalotjes – 2 tenen knoflook – 300 gram cantharellen – peterselie – 300 gram verse doperwten – een handje sugar snaps – olijfolie – parmezaan
Warm de olijfolie in een pan met dikke bodem en roer daar de risotto doorheen tot de korrels glanzen. Giet dan het glas wijn in de pan en laat het vocht verdampen. Giet dan al roerend telkens een scheutje bouillon bij de rijst en laat het vocht erst helemaal verdampen voordat je er weer bouillon bij schenkt. Doe dit tot alle bouillon is opgenomen door de risotto. Snipper intussen de sjalot, bak zachtjes in wat olie, pers de knoflooktenen uit de knijper en voeg dan de cantharellen toe en ven later de fijngesneden peterselie. Laat 20 minuten bakken totdat al het vocht is verdwenen, en bak ze op het laatst nog even knapperig. Blancheer de doperwten en sugar snaps en voeg die toe aan de risotto wanneer al het vocht is opgenomen. Breng op smaal met peper en zout. Serveer de risotto op een diep bord en schep de cantharellen erop. Garneer met wat parmezaanse kaas.
Lasagna van herfstraapjes en paddenstoelen
8 herfstraapjes – bouillonblokje – 300 gram bospaddestoelen (girolles grises, cantharellen of trompettes de mort) – 1 sjalot – room – boter – peper – theelepel za’atar – tijm – 8 lasagnevellen – 1 bolletje mozzarella – geraspte kaas
Schil de herfstraapjes, snijd ze in blokjes en bak ze even aan in olie. Ris wat tijmblaadjes van een takje erboven. Voeg dan water en bouillon toe en kook ze gaar. Pureer, breng op smaak met peper en za’atar en voeg een scheutje room toe. Bak de gesnipperde sjalot en voeg de paddenstoelen toe, bak 15-20 minuten tot al het vocht verdampt is. Kook de lasagnevellen in ruim water en laat ze uitlekken op een schone theedoek. Pureer de paddenstoelen grof en meng met de raapjespuree. Verwarm de oven voor op 180 graden. Schenk een bodempje room in een ovenschaal. Besmeer de lasagnavellen met een laagje raapjes-paddenstoelenpuree, rol zo strak mogelijk op en leg ze met de naad naar beneden in de ovenschaal. Schenk er nog wat room over, beleg met plakken mozzarella, bestrooi met kaas en zet de schaal en half uur in de oven, zodat de kaas mooi gegratineerd is.