De afgelopen zomers was het hier tropisch warm en kurkdroog. Doordat we vorig jaar in maart op vakantie waren en dus laat hadden gezaaid waren alle plantjes nog klein en kwetsbaar toen de hitte over ons land uitbrak.Door alle restricties mochten we de moestuin alleen ’s morgens vroeg water geven. Nog een geluk dat we tegenover een wasplaats wonen, waar we onze pomp in kunnen hangen.
Dit jaar ga ik het anders aanpakken. Ik heb een boek aangeschaft over permacultuur en heb me de hele winter ingelezen over het afgedekt houden van de grond, over mulchen, en over andere plantencombinaties dan ik uit al mijn moestuinboeken ken. Spitten doe ik al een paar jaar niet meer, maar helemaal niet je grond losmaken om het bodemleven niet te verstoren?
Goed, ik ga een paar bedden strikt volgens de regels van de permacultuur inrichten. Ik begin altijd met onkruid verwijderen, maar dat moet eigenlijk niet. Maar waar moet je dan zaaien? Na een winter staan mijn bedden vol met boterbloemen, heermoes, ganzevoet en andere ongewenste gasten. Ik besluit de regels te combineren met gezond verstand en ontdoe het bed toch enigszins van onkruid. Ik laat wat de bernagie en papaver staan, die komen sinds jaar en dag overal in mijn moestuin op.
De grond losmaken mag alleen met een schoffel. Na al die regen van deze winter is het niet eenvoudig om daarmee de grond los te maken, zeker niet als ik daar wortelen of bieten wil zaaien. Niet in keurige rijtjes, maar in ronde groepjes. Dan kunnen onwelwillende insecten geen vat krijgen op mijn hele oogst.
Na het zaaien en uitpoten moet de grond worden afgedekt. Hoe kom ik aan mulch? Onze houtversnipperaar heeft al na één seizoen het loodje gelegd. Ik leg wat hoopjes van het eerste gemaaide gras om de miniplantjes. Water geven, dat moet je eigenlijk ook niet doen, de planten moeten diep in de grond zoeken naar water, maar ik kan het niet laten en kom de arme zaailingen te hulp met een flinke gieter water. En nu maar afwachten!